Terugkijken en vooruitblikken

Elf is het gekkengetal toch? Best passend voor het afgelopen jaar, want het was een turbulent jaar van uitersten. Leoni Jansen maakte ooit een cd getiteld Heart strings and loose ends. Zou ook een passende titel zijn voor het afgelopen jaar, wat mij betreft. Een jaar waarin het hart terrein won, maar het (gekwetste) ego harder terugvocht dan ooit. Bindingen, werden ontbonden en soms vervangen voor verbindingen en in andere gevallen door donder en bliksem of door zand uit de woestijn. In enkele gevallen bleef deze verbinding beperkt tot wederzijdse harten en in andere gevallen kwamen ze tot expressie en ongekende bloei. Maar bovenal was het een jaar van acceptatie, ‘sisterhood’, grenzen en thuiskomen bij mezelf.

Ken je die angst, dat als je alles loslaat, dat er dan niets meer is? En dat je dan dus niet meer bestaat? Een irrationele angst, weet ik, want ik heb al vaker een moment meegemaakt dat ik alle pantsers even neerlegde en ervoer dat ik er nog steeds was. Maar toch,  blijft die angst hardnekkig de kop opsteken. Het moment dat de stilte nogmaals haar zetel vond in mijn lichaam, was voor mij dan ook het hoogtepunt van dit jaar. Om vanuit verbinding expressie te kunnen geven aan de essentie die ik op dat moment ervoer, was magisch. Ik hoop dat ik deze magie in 2012 steeds vaker mag ervaren en delen kan.

Zakelijk heb ik dit jaar heel erg mijn grenzen opgerekt, heb ik gestraald, maar ben ik ook lekker op m’n bek gegaan. Het vallen en opstaan heeft me (tot mijn eigen verrassing) veel kracht gegeven en ik heb geleerd hoe de kans op stralen te vergroten. Iets waar ik volgend jaar weer vrolijk mee verder hoop te oefenen. Overigens ben ik heel dankbaar voor de mensen die me gedurende het hele proces in me zijn blijven geloven en dat ook regelmatig hebben uitgesproken. Het waren de uitgestoken handen die het opstaan en het stralen vergemakkelijkte. Het waren de mensen die mijn wereld mooier maakten en groei een positieve wending gaven.

Het maken van de eerste film met Arianne Wienke een van de leukste avonturen geweest vanaf afgelopen jaar. Wat hebben wij een pret gehad samen, liggend op onze buiken in het zand spelend met onze playmobiel poppetjes en andere props. Het was het begin van een groeizame samenwerking. Onze gezamenlijke workshops waren voor mij ook pareltjes. Ook op het werken voor een keten kringloopwinkels kijk ik met plezier terug. Wat ik daarbij helemaal super vond, was hoe ik daarbij gebruik heb kunnen maken van de kennis en skills van mijn netwerk. Als ZZP-er sta je dan niet alleen en dat vond ik echt geweldig om te ervaren. Lekker sparren en zo het beste voor je klant kunnen leveren.

Wat betreft het komende jaar; het is mijn idee dat om het leven, zoals het bedoeld is, te leven, je niets meer hoeft te doen dan het zich te laten ontvouwen en te ontvangen. De te zetten stappen volgen uit die ontvouwing en niet andersom. De afgelopen jaren heb ik een reis afgelegd waarin ik het plannen en het stellen van doelen heb afgeleerd. Het waren mijn vier jaar door de woestijn op weg naar het beloofde land.  Daar waar het leven stroomt vanuit het centrum. Het nieuwe jaar ligt nu als een onbeschreven blad voor me.  Het zal zich, geloof ik, invullen zoals ik mijn verhalen schrijf.  Met kennis van archetypische structuren in mijn hoofd en mijn genen, gevoed door inspiratie, me overgeven aan verbeelding en de wijsheid die zetelt in mijn hart. Mijn handen typen vervolgens de tekst, om ze ook met de wereld te kunnen delen. Thema’s die ik verwacht tegen te komen, zijn storytelling, persoonlijk leiderschap in verbondenheid, society 3.0, samenwerking en de kracht van vrouwelijke energie.

Ik wens jullie een magisch 2012!

 

 

De reis naar binnen

Na mijn middelbare school werkte ik een zomer in een café met een Franse naam. We mochten daar alleen Franstalige muziek draaien, met een uitzondering. We hadden een Engelstalige tape en je raadt ‘t al, dat draaiden we het meest. Niet dat het topmuziek was, maar toch… Een van de nummers op dat bandje was van Karen Carpenter. Ze zingt daar: I’ve been to paradise, but I’ve never been to me. Na deze woorden honderden keren gehoord te hebben, hebben ze wel een indruk achter gelaten, geloof ik. De impact was des te groter nadat ik hoorde dat ze anorexia had en uiteindelijk zelfmoord pleegde.

De mooiste reis die we kunnen maken is de reis naar onszelf, begrijp ik uit de woorden. Ik vond zelf vreemd genoeg pas de moed voor deze reis nadat mijn paspoort was gestolen, zo’n twaalf jaar later (nu twaalf jaar geleden). Het voelde toen letterlijk alsof ik mijn identiteit kwijt was. Voor mij houdt de reis naar binnen een graaftocht in door vele lagen valse identiteiten (veelal onjuiste verhalen die je bent gaan geloven over je eigen leven). Sommigen vergelijken het wel eens met het afpellen van een ui. Maar dat vond ik altijd een vreemde vergelijking, want een ui heeft geen hart. Uiteindelijk houd je niets over. Nu vind ik de vergelijking niet zo raar meer. Want het was uiteindelijk de stilte waarin ik mezelf terug vond. Ons Zijn is onbegrensd.

Maar dan, hoe werkt dat dan? Van de week had ik een mooi twittergesprekje met iemand over de ruimte voor verwondering en onze angst voor die ruimte. Ik denk dat wat zij ruimte noemt, ook gedefinieerd kan worden als de stilte. Waarom we er toch steeds uitvliegen, was de vraag. Tja, we zijn als mens nou eenmaal niet onbegrensd. Wie onbegrensd wil zijn, eindigt meestal met het bouwen van muren, is mijn ervaring. In het gesprek kwam ik erop dat ons zijn als mens misschien wel te vergelijken is met ademhalen. In en uit. Stilte in, begrenzing uit. Inspiratie in, expressie uit. Verbondenheid in, afgescheidenheid uit. Als je dat in ritme laat zijn, ontstaat er misschien wel iets dat je een Goddelijke expressie zou kunnen noemen. Het is maar een gedachte. Maar eentje die mij rust gaf. En in ons twitttergesprekje werden we het erover eens dat grenzen onderdeel van het leven zijn, maar muren het leven stagneren.

Maar wat is dan een grens? Goeie vraag. Ik heb er nog geen pasklaar antwoord op. Als de verhalen over jezelf valse identiteiten zijn, hoe bepaald je dan een grens? Of klopt die eerste aanname al niet? Je grens is denk ik je persoonlijkheid, terwijl je ego gemaakt wordt door muren. Maar wat bepaald dan je persoonlijkheid? Ik denk dat die bepaald wordt door de plaats die jij hebt als deel van het geheel. Wanneer je die ten volste inneemt en vandaar uit de relatie aangaat met anderen ervaar je in het spel met elkaar wat de grenzen zijn. Ik denk dat het draait om aanwezigheid en bewustzijn (presence and awareness), maar ik ben nog niet heel erg ervaringsdeskundig op dat gebied. Dus wie het weet, mag het zeggen :-).

Tijdens de live stream van de preview van TEDxAmsterdam kwam vorige week een mooie TED Talk langs over het onderwerp Self. Ik vond ‘m erg inspirerend en gaf me een omkering in het denken over mezelf.

Ik ben heel benieuwd hoe jij over Zijn en grenzen denkt en zou het leuk vinden je reactie te lezen.

 

 

 

Je verhaal als groeidiamant

Tijdens Fris in je hoofd gaven Arianne Wienke en ik een workshop over Digital Storytelling. We hebben het in onze workshops over de kracht van verhalen en de kracht van film. Arianne en ik brachten tot nu toe deze verhalen gescheiden, maar door onze krachten te bundelen, bevinden we ons allebei op nieuw terrein en groeien we samen sneller dan apart. En het leuke is dat we niet alleen zelf groeien, maar we hebben ook een product dat groeit. Niet alleen onze workshops worden steeds fijner geslepen, maar het product dat we bieden – onze films – groeit. We zijn begonnen aan een feuilleton; onze groeibriljant.

We maken onze eigen reis van de held door. En onderweg komen we steeds andere helden tegen, die we ook episodes aan ons verhaal laten toevoegen. Zo groeit onze briljant steeds verder. Hoewel het dan nog de vraag is of het nog wel onze briljant is. Maar dat maakt niet uit. Wij hebben een rode draad neergelegd die zich langzaamaan steeds verder uitrolt en soms kanten opgaat die we niet hadden voorzien. Wij genieten van onze reis en vinden het leuk om erover te verhalen. Dat doen we tijdens onze workshops. Daarnaast geven we ins en outs mee over wat een verhaal en een verfilmd verhaal tot een goed verhaal maakt.

Ons thema is Society 3.0. We proberen met elkaar en met de mensen die meegaan in het Society 3.0 experiment te ontdekken hoe deze nieuwe wereld eruit ziet. We maken samen het verhaal. We geloven namelijk dat dat een van de communicatiemiddelen van de toekomst is. Een vertelling met een sterke verbeelding als stevige basis. Zodat iedereen voelt waar het over gaat. Met als aanvulling persoonlijke verhalen en kennis, gebundeld in een flexibel geheel. Zo worden kennis en gevoel verbonden en trek je precies de mensen aan met wie je je wilt verbinden en die ambassadeurs en/of co-creatoren zullen worden van je verhaal. Wil je ook je verhaal vertellen, of samen maken, of vinden? Wij helpen je deze te faciliteren. We doen dat met speelse en eenvoudige middelen, zodat het allemaal snel kan en de kosten binnen de perken blijven.

Onze eerste film is gebaseerd op het Sprookje Society 3.0, onze eigen ervaring met samenwerking en verhalen van anderen over samenwerking. De film presenteer ik in een volgend blog. De interviews over het waardenetwerk S2M vind je hier en hier.

Voor wat hoort wat?

Toen ik nog op school zat, ging ik regelmatig uit. Maar ik had niet zoveel geld. Gelukkig ging ik naar een plek waar uitgaan niet duur was. Mijn buurjongens kwamen er ook en zij gaven regelmatig rondjes. Daar kon ik niet aan meedoen, omdat ik dat niet kon betalen. Toch kreeg ik drankjes van ze. Als ik protesteerde omdat ik me bezwaard voelden, zei een van hen: “Weet je, nu betalen wij jouw drankjes en op de dag dat jij meer geld hebt, doe jij dat weer voor iemand anders.” Dat vond ik een mooie gedachte en vanaf dat moment nam ik makkelijker aan. Toen ik meer geld had, betaalde ik inderdaad vaker voor mensen die zelf minder geld hadden.

Pay it forward

In feite introduceerde mijn buurjongen het Pay-it-forward-principe. Er wordt momenteel veel gesproken en geschreven over reciprociteitprincipes. He asynchrone reciprociteitprincipe bijvoorbeeld en over de pay-it-forward-principe stond onlangs een uitgebreid blog op de Huffington Post. Het zijn prachtige principes en ik ben er helemaal voor. Ik pas ze ook regelmatig toe omdat ik erin geloof. Zeker bij mensen die zeggen er ook in te geloven en er naar te handelen.

Maar toch gaat het ook wel eens mis. Vanmorgen had ik er een gesprek met iemand over en dat gaf me een aantal inzichten die ik graag wil delen. Ik vertelde dat ik een keer in de situatie was waarin ik samen met iemand een klus kon doen, maar dat hij op dat moment zo in financiële nood zat, dat ik hem de hele klus gunde. Hij kwam er met dank aan deze klus financieel weer helemaal bovenop. Toen ik het financieel moeilijk had en een weer binnen wilde komen bij de klant die ik geworven had, bleven de deuren dicht. Het reciprociteitsprincipe werd niet gehandhaafd en ik kreeg ook niet de indruk dat er asynchrone reciprociteit werd toegepast, nog pay it forward. Sterker nog, toen ik de persoon erop aansprak, kreeg ik bij wijze van spreke nog “klappen” toe ook…

Systemisch principe

Toen realiseerde ik me ineens dat reciprociteit een systemisch principe is. Tijdens een opstellingendag was er ooit een situatie waarin de ene partner wegliep bij de andere omdat de ander teveel gegeven had. Niet de gever liep weg, maar de ontvanger. Waarom? Omdat we niet met schuld om kunnen gaan. Geven voelt goed, maar krijgen en zeker teveel krijgen, is moeilijk. Als iemand een ander teveel verschuldigd is, ontstaat daar nog wel eens agressie. Als de gevende partij slecht kan ontvangen, ontstaat er bijna altijd een breuk. Overigens denk ik dat het daarbij niet alleen om schuld gaat, maar ook om afwijzing. Want als je continu niet aanneemt, zeg je eigenlijk dat wat een ander jou te bieden heeft niet goed genoeg is. Wat de ander vaak vertaalt, naar “Ik ben niet goed genoeg” en dus als afwijzing ziet wat vaak weer lijdt tot een een afwijzing van de gever, die zich dan dubbel gepakt voelt.

Vertrouwen

Reciprociteit draait volgens mij dus om balans. Om principes als asynchronische reciprociteit en pay it forward te laten werken, moet je die balans dus op een grotere schaal zien en niet te veel nadenken over schuld of tekort of deze zien als tijdelijk en niet per direct bij dezelfde persoon in te lossen. Dat vraag om vertrouwen en vaak dus om geduld. Zoals in het blog van de Huffington Post al werd aangehaald, dat zijn zaken die er met de komst van geld een beetje zijn uitgeramd. Ik zie om me heen veel mensen worstelen met theorie (ideologie) en praktijk. Zelf worstel ik er dus ook mee. Vooral de momenten waarop je zelf het gevoel hebt dat je veel meer gegeven hebt dan ontvangen en dat mensen onzorgvuldig met je om zijn gesprongen, zijn soms zwaar. Enerzijds is dat een les om beter voor jezelf te zorgen. Maar anderzijds ook een uitnodiging voor een langere adem en er op te vertrouwen dat de balans altijd hersteld zal worden, als je het systeem de kans geeft zijn werk te doen.

Wanneer ik kijk naar bovengenoemd voorbeeld, dan heeft het systeem voor mij uiteindelijk gewerkt. Want op het moment dat de bodem van mijn schatkist zichtbaar was, kreeg ik via via een grote klus. Het geeft mij veel vertrouwen en daarmee kan ik gelukkig vrijgevig in de wereld blijven staan. En bij die vrijgevigheid hoort dus ook de kunst van het ontvangen.

Hoe ga jij om met reciprociteit? Geloof je in wij-principes, of blijft het altijd ik-jij?

 

De methode Anne-Kee

Onlangs had ik een gesprek met iemand en tijdens dat gesprek hadden we het over methoden. Ik vertelde dat ik Aprecitive Inquiry een mooie methode c.q. aanpak vind en dat ik me daarin wel verder zou willen bekwamen. Mijn gesprekspartner haakte daarop in door te zeggen dat opdrachtgevers het vaak wel handig vinden als je met een strak afgebakende methode komt, want dan weten ze wat ze aan je hebben. En je kunt dan zelf weer trainingen geven in deze methode. Lekker duidelijk in-the-box. Net als NLP en dergelijke voegde ze eraan toe. Daar kun je je goed mee profileren, vond ze. Lees meer

Sprookje voor compassie

De dame met het zwaard reed behoedzaam door de bossen. De lucht was knisperend van de kou. De bodem met een witte laag bedekt. De maan scheen flauw door de lege takken van de bomen. De dame rilde en trok haar mantel strakker om zich heen. Ze checkte even haar zwaard. Deze zat veilig in de schede, maar binnen handbereik, mocht dat nodig zijn.

Ze genoot van het rijden door de nacht. Het was zo lekker stil en ze kon onopvallend haar weg vervolgen. Ze moest immers veilig bij het hof van de koning aan zien te komen. Ze had haar zwaard om zich te beschermen, maar nam toch het zekere voor het onzekere. Bij sommigen wekte haar zwaard extra agressie op, omdat een vrouw met een zwaard nou eenmaal wat onorthodox was. Vroeger was het heel normaal dat vrouwen zwaarden hadden, maar heden ten dagen was het de taak van de man geworden. En daarmee was het zwaard wat eenzijdig geworden. Het was slechts nog aan een kant bruikbaar.
Maar de dame met het zwaard had nog een dubbelzijdig zwaard. En dat was heel bijzonder. Het was haar speciaal gegeven om het Manifest van compassie veilig bij het hof te krijgen. ’s Nachts reed ze zoveel mogelijk door en overdag zocht ze dan een hooischuur op die leegstond wanneer iedereen op het land aan het werk was.

Deze nacht werd ze echter overvallen door vermoeidheid en kou en besloot ze een vuurtje te maken en wat te rusten nog voordat ze een dorp had bereikt. Het viel niet mee om genoeg droog hout te vinden, maar op een gegeven moment had ze het toch voor elkaar en kon ze rusten bij het vuur. Maar blijkbaar was ze wat vermoeider dan ze dacht, want ze viel in slaap. Niet lang erna werd ze wakker, niet omdat ze weer geheel verkwikt was, maar omdat ze voelde dat ze niet meer alleen was. Ze opende haar ogen en inderdaad er stond een groep woeste mannen om haar heen. Het waren wilde struikrovers, ooit verbannen uit het koninkrijk. Ze hadden het manifest van Compassie in hun hand. Ze hadden het uit haar mantel weten te ontfrutselen.
“Geef terug,” riep de dame verschrikt, “dit is eigendom van de koning. Geef onmiddellijk terug.” En ze pakte haar zwaard en wilde uithalen. De mannen lachten haar uit. “Ha, ha, ha, een vrouw met een zwaard en compassie”, riep de grootste van het stel. “In het manifest staat dat jij geen actie zult ondernemen, waardoor wij lijden. Dus ik zou maar snel je zwaard wegdoen. Je zou ons toch niets willen aandoen? En bovendien hebben wij niets met dit manifest, dus wij zitten er helemaal niet mee om jou wat te willen aandoen. Wij zijn wel benieuwd hoeveel de koning voor dit manifest wil betalen”. De vrouw met het zwaard vergat op dat moment de dubbele kracht van het zwaard en ontstak in woede. Maar ze wilde niet boos zijn en probeerde zich in te houden. De mannen hadden misschien wel gelijk. Ze mocht hen geen pijn doen. De rovers maakten van haar ogenblik van twijfel gebruik om de benen te nemen, met het manifest én haar paard!
Verloren stond de vrouw daar in het donkere bos. Ze had haar taak verzaakt. Ze kon nu niet meer terug naar het hof. Ze was de dubbele kracht van het zwaard vergeten. En de rovers hadden misbruik gemaakt van haar compassie, vond ze. Ze had gefaald en ze schaamde zich diep.

Doelloos zwierf ze vervolgens door de bossen. Haar lust voor het leven was ernstig aangetast en ze verwilderde met de dag. Gaandeweg werd ze steeds meer mensenschuw. En zo gingen er maanden voorbij. Soms moest ze wel naar een dorp, wanneer ze in de bossen te weinig eten kon vinden. Ze vroeg dan om medelijden en kreeg soms een paar korsten brood toegeworpen. Ze was nog maar een schim van de eens zo krachtige vrouw. En iedere keer dat ze in het dorp was, leek het wel alsof de mensen steeds grimmiger werden en meer langs elkaar heen leefden. Het kostte haar meer en meer moeite om de dorpen binnen te gaan. De harde woorden en holle blikken van de dorpsbewoners raakte haar als ferme zweepslagen. Verdrietig keerde ze zich dan om.

Maar op een bitterkoude winternacht, hield ze het niet meer uit van de kou en de honger en werd ze toch weer naar een dorp gedreven. Ze liep naar de grootste herberg en glipte de stal binnen. Daar vond ze een hoekje met wat hooi waar ze zich achter kon verbergen en ze maakte van een deel van het hooi een bedje.

Heel vroeg in de ochtend ging de staldeur open en de dame schrok wakker. Er kwam een heel klein meisje de stal binnen. De dame hield haar adem in. Het meisje liep naar een van de paarden, gaf het dier te eten, aaide het zachtjes over zijn neus en sloeg vervolgens haar armpjes om zijn hals. Ze begroef haar gezicht in de manen en begon tegen het dier te praten: “Als ik later groot ben, dan wil ik ook een paard zoals jij. Je bent mooi en sterk en je kunt me dragen. En samen kunnen we dan de wijde wereld in. Dan word ik boodschapper, maar alleen van goed nieuws. Zodat mensen altijd blij worden als ik verschijn en lief voor me zullen zijn. Ik zal met open armen worden ontvangen en ze zullen me zien, daar hoog op het paard gezeten. En ik zal stralen en lof oogsten.”

Het hart van de dame kromp ineen. Het was alsof ze zichzelf terugzag als klein meisje. Ooit had ze dezelfde woorden uitgesproken. En ze was een waardige boodschapper geworden, zelfs voor de koning. Ze had aanzien gehad en ze was bewonderd. Men had gesproken over haar rechtschapenheid. Met het zwaard dat de koning haar had toevertrouwd was ze altijd in staat geweest de waarheid te spreken, zo leek het. Toch was het ergens mis gegaan. Nu zag ze waarom. Terwijl ze zich dat realiseerde werd ze bevangen door een golf van compassie voor het kleine meisje en had ze een diepe behoefte het meisje te troosten en te knuffelen. Voorzichtig stond ze op uit het hooi, streek haar jurk glad en liep behoedzaam op het kleine meisje af. Deze schrok zich gek en bleef aan de grond genageld staan. “Lief meisje”, sprak de dame. “Wat mooi dat je mensen blij wilt maken. Ik kan zien dat je heel liefdevol bent. Maar ik zie ook pijn in je ogen. Kom, laat me je troosten. Want alleen met een heel hart kun je mensen echt blij maken. Alleen met een heel hart zul je weten dat liefde onvoorwaardelijk is. Je hebt geen paard en aanzien nodig om van je te laten houden, in tegendeel, liefde laat zich niet afdwingen. Je bent liefde waard zoals je bent, zolang je dat gelooft, zul je liefde kennen.”

Het meisje keek een beetje niet begrijpend, maar iets in de stem van de dame vertelde haar dat deze vrouw de waarheid sprak en te vertrouwen was. En ze liet zich troosten. Totdat de dame stemmen hoorde en zich snel uit de voeten moest maken.

Op straat werd het al drukker. De maag van de dame met het zwaard knorde, maar ze lette er niet op. Ze was zo vervuld van het beeld van het dromende kleine meisje en was helemaal warm geworden van haar eigen gevoel voor compassie. Ze realiseerde zich dat ze geen slachtoffer was van een overval, maar van haar eigen hoogmoed. Ze had misschien een scherp oor voor de waarheid van anderen, maar ze was haar eigen waarheid verloren, haar vriendelijkheid was niet onvoorwaardelijk. Ze had zichzelf belangrijk gevonden en gewaardeerd door de koning. Dat had haar een goed gevoel gegeven. Niet het feit dat mensen gelukkig werden van zoiets groots als compassie. Ze was niet alleen het manifest verloren, maar ook haar compassie zelf.

Terwijl ze die dingen overdacht, kwam ze uit op het dorpsplein. Ze zag dat er een schavot gebouwd werd en bleef even staan. Ze hoorde rinkelende kettingen aankomen en bleef even wachten om te zien wie er veroordeeld zou worden. Toen de veroordeelden de hoek om kwamen, sprong ze bijna een meter in de lucht. Ze herkende deze wildbehaarde mannen direct. Het waren de wilde rovers die haar haar paard en het compassiedocument hadden ontnomen! Even had ze een gevoel van triomf. Ha, ze hadden ze te pakken, de schavuiten! Maar toen voelde ze haar hart ineen krimpen. Ooit waren dit ook kleine jongetjes. Ergens hadden ze een verkeerde afslag genomen. Net als zij en op die afslag waren ze elkaar tegen gekomen. Als zij die afslag niet had genomen, hadden de mannen dan misschien niet ook op hun pad gebleven? Waren ze slechter dan zij? Als deze mannen werden veroordeeld, zou zij dat dan ook niet moeten worden?

En ze begon te bidden: Ik dank het universum genadig te zijn voor deze zielen. Laat hen hun dwaling inzien en troost vinden. Geef ze nog een kans. Als ik niet gedwaald had, hadden zij niet gezondigd. Vergeef mij mijn dwaling en vergeef hen hun zonde. Laat er liefde zijn in ons hart en ons onze verbinding weer voelen.

Haar gebed leek niet te worden verhoord. Het schavot werd opgebouwd, de beul besteeg het podium en de gevangenen werden naar boven geleid. De dame met het zwaard liet haar hoofd hangen en beet op haar lip. Zo zag ze niet dat de beul naar voren liep en zijn mond open deed. Ze schrok van zijn stem toen hij aan de menigte vroeg: “Zijn er nog mensen die een goede reden hebben waarom deze mannen niet gehangen hoefde te worden?” De dame bedacht zich geen seconde. Ze liep naar voren, beklom het podium en haalde haar zwaard tevoorschijn. Ze plantte het in de houten vloer van het schavot en zei: “Ja, ik.”
En ze vertelde het verhaal van een klein meisje. Dat ooit de wereld zag, zoals anderen dat niet zagen. Maar omdat mensen haar daarom altijd uitlachte een weg had gevonden om serieus genomen te worden. Ze was stoer en voornaam geworden. Maar ook trots en neerbuigend en gebonden aan regels in plaats van aan haar hart. Haar compassie had plaatsgemaakt voor een manifest. En ze keek naar de mannen die naar de punten van hun schoenen staarden. “Zijn zij slecht? Of hebben ze slechts een verkild hart, omdat ze niet hadden geweten waar de liefde te vinden?” vroeg ze. En ze vervolgde dat de liefde altijd is en dat je je er alleen maar voor hoeft open te stellen. “Ik weet zeker dat als jullie nu genade schenken aan deze mannen, hun harten voor goed zullen smelten.” Ze vroeg een ieder terug te denken aan de tijd dat zij jong waren. “Steek je vinger op als je zeker weet dat je vanaf die tijd altijd trouw aan jezelf bent gebleven”, eindigde ze.
Het bleef stil op het dorpsplein. Hier en daar werd er een traantje weggepikt. Maar niemand stak zijn vinger op. “Maak de veroordeling van de mannen dan hier nu ongedaan, veroordeel slechts hun daden”, sprak de dame en verwarm het hart van deze drie schavuiten en daarmee ook je eigen hart.” De menigte bleef roerloos. Na enkele ogenblikken begon het spontaan te joelen en te applaudisseren. Precies op hetzelfde moment, alsof het was afgesproken. Zelfs de zon brak door op dat moment.

De schavuiten, die tot dan toe roerloos op het podium hadden gestaan braken nu in tranen uit. Een van hen stak zijn hand in zijn hemd en haalde het Manifest van compassie tevoorschijn, dat hij verlegen en schuldbewust overhandigde aan de dame. “Dank je wel”, antwoordde de dame, “ ik vergeef je en ik accepteer je teken van berouw. Ik hoop dat je mij ook zult vergeven dat ik niet beter op mezelf gepast heb en de liefde en compassie verkwanseld heb waarmee ik jullie heb laten dwalen in plaats van naar liefde te hebben gebracht.” De menigte die even zijn adem had ingehouden, begon als uit een mond te roepen: “Genade, genade, genade!” De dame pakte haar zwaard en zei: Ik veroordeel jullie tot het leven met je eigen geweten en een leven met compassie” en ze kliefde de boeien van de mannen door. De beul knikte. De mannen waren vrij om te gaan. De dame borg de verklaring van compassie weer veilig op en ging op weg naar de koning. Ze vertrouwde erop dat ze ondanks de vertraging met open armen ontvangen zou worden.

 

Dit is de enigszins aangepaste versie van het Sprookje voor compassie dat ik heb voorgelezen op een evenement dat werd georganiseerd door Bregje Paulussen ter gelegenheid van de lancering van de Charter for Compassion dat is opgesteld onder leiding van Karen Armstrong.

 

Merkwaarde, van binnenuit of van buitenaf?

Van de week was ik aanwezig op het Spiegelseminar De toekomst van marketing om verslag te doen (lees hier). Belangrijke kernboodschap was dat om een succesvol merk te zijn de waaromvraag, “Waarom besta ik”, centraal moet staan. Tijdens de presentaties van Jelmer van der Meulen, Peter Heshof, Ron van Gils en Raymond Godding , werden een aantal goede voorbeelden genoemd. Een daarvan was de Self-esteemcampagne van Dove. En daar ging het voor mij mis. Want is dat nou werkelijk een merk dat van binnen naar buiten werkt? Is dit een voorbeeld van een merk dat werkt vanuit authenticiteit? Op die laatste vraag ga ik maar niet eens in, want het blijkt in de praktijk dat voor vele mensen de betekenis van het woord authenticiteit een nogal verschillende lading heeft. Ik schreef er al eens een blog over.

Dove; van binnenuit?

Maar op de eerste vraag wil ik wel ingaan. Is het zelf esteemverhaal van Dove een verhaal van binnen naar buiten? Raymond Godding beweerde van wel en de andere sprekers vielen hem bij. Ik zeg van niet. Voor mij blijft het een marketingsausje. Een mooi sausje en een stap in de goede richting, dat wel… Maar ik kan me vergissen, maar ik geloof niet dat Dove is als merk in het leven is geroepen met als doel vrouwen beter zich beter over zichzelf te laten voelen en de strijd aan te gaan met het doorgeschoten zelfbeeld van vrouwen. Als dat zo was, dan was er wellicht een ander soort product ontstaan. Maar nu is het een verzorgingslijn. Een verzorgingslijn dat als basis heeft dat er meer hydraterende crème in de zeep zat. Inmiddels zijn daar vele potjes bijgekomen.

Nou kan ik me heel goed voorstellen dat er vrouwen zouden zijn bij Dove, of het reclamebureau van Dove die werkelijk vanuit hun tenen achter de boodschap van Dove staan. Dat de boodschap van de self-esteemcampagne dus echt heel oprecht is. Vraag is alleen, klopt het merk Dove als afzender?

Het had voor mij wellicht eerder geklopt als het antwoord van de waaromvraag van Dove “wij laten vrouwen beter in hun vel zitten, letterlijk en figuurlijk “ zou zijn geweest. Maar Unilever inschattende is het waarom van Dove waarschijnlijk eerder iets geweest als marktaandeel vergroten op de cosmeticamarkt, met als doel bedrijfswinst te vergroten. In mijn ogen is een dergelijk waarom nooit van binnenuit, laat staan authentiek.

TNT; wij bestaan omdat we bestaan

B ij een ander voorbeeld dat die middag aan bod kwam, werd wel mijn conclusie getrokken. Het betrof TNT. Op de imagometer van Jelmer van der Meulen, scoort dat merk heel laag. Terwijl in feite het bedrijf veel hoger scoort op de criteria milieu en energie, mens en relatie maatschappij, goed bestuur en producten. TNT werkt volgens het planet, people, profitprincipe en doet veel aan MVO. Waar gaat het mis? Het gaat mis op gedrag en op, alweer, de waaromvraag. Het ontslag van vele postbodes deed het imago weinig goed. De directie verdedigde zich met wij werken volgens het planet, people, profitprincipe en om nog enige winst te behalen moeten wij die mensen ontslaan. Vraag is wat enige is in dit geval en welke mensen daar dan weer beter van worden… Dan de waaromvraag. Waartoe is TNT op aarde? Het antwoord daarop is in feite, omdat ik besta. Om werkelijk hoog te scoren, stelt Jelmer een ander antwoord voor:

“Wij geloven dat iets uitwisselen verbinding creëert. Daarom vervoeren wij goederen voor mensen en organisaties. Afstand en tijd mogen nooit belemmering zijn om uit te wisselen. Nu niet en in de toekomst niet.” Alsjeblieft TNT, een cadeautje. Doe je voordeel ermee, zou ik zeggen. Uit de zaal kwam nog een hele mooie suggestie. Berna Hoornhout vatte het samen tot: “We deliver dreams.” Mooie kern, direct te gebruiken als pay off.

Apple en Ikea

Andere voorbeelden die werden genoemd van merken met een sterke Why en van branding van binnenuit zijn Ikea en Apple. Deze laatste heeft als why ‘power to the people through technology’ en maakt dat op de dag van vandaag waar. Hoewel je je kunt afvragen welke people, want hun prijspositionering maakt dit niet waar voor iedereen. Je zou een andere prijs verwachten. De nadruk is steeds meer op innovatie komen te liggen. Ikea maakt betaalbaar wonen voor iedereen beschikbaar. Een duidelijke waarom. En het merk maakt het waar. Niet meer en niet minder. Succesvol dus.

O’Neill

Wat ik zelf een prachtig voorbeeld vind, is O’Neill. Jelmer van der Meulen, haalde dit voorbeeld tijdens ons gesprek tijdens de borrel aan. Dit merk is ontwikkeld door een surfer. Hij wilde langer kunnen surfen en zocht naar een oplossing tegen de kou. In het begin lachte iedereen hem uit, want zijn oplossingen waren toen nog verre van elegant. Hij bekleedde zichzelf met rubber Maar hij zette door. En toen hij de juiste oplossing had gevonden, het wetsuit was geboren, ging hij meer spullen bedenken en ging hij zich meer te bekommeren om het uiterlijk. Dat uiterlijk pastte bij de scene waar hij in zat. Een scene die toevallig sprak tot de verbeelding van velen. En zo werd O’Neill een groot succes.

Hoe nu verder?

Vraag is nu hoe gaat het verder met deze merken? Want een sterke why is mooi, maar de sprekers op het Spiegelseminar gaven aan dat succesvolle merken van de toekomst ook een sterke samenlevingswaarde hebben. Ikea is daarin een eind op weg. Maar bij  Apple ligt de lat wat lager. Natuurlijk Apple werkt verbindend in het Westerse deel van onze wereld en wellicht langzamerhand ook in andere delen van de wereld en heeft prachtige schoolprojecten, maar laat in het productieproces nog wel een steekje vallen. Dicht bij huis een sterke samenlevingswaarde, maar verder weg toch echt wat minder. Hoe lang gaan ze daar nog mee weg komen? Hoe lang accepteren we nog bloed aan onze telefoon (geldt niet alleen voor Apple) of Ipad? Ik ben benieuwd waar voor de Apple fans de grens ligt.

Mocht overigens de druk op Apple vanuit de fans toenemen om meer verantwoord te ondernemen, dan is er sprake van een mooie paradox. Want daarmee neemt de authenticiteit van het merk af. Ze handelen dan immers vanuit collectieve druk in plaats van intrinsieke motivatie. Met de huidige sociale media zou het dus wel eens zo kunnen zijn dat merken weer minder authentiek worden. Maar daar worden ze dan dus niet per definitie slechter van. Maar goed, uiteindelijk is het gedrag belangrijker dan het etiket. In mijn ogen.

Deze week kwam ik overigens nog een aantal interessante blogs tegen over dit onderwerp:

http://mashable.com/2011/05/13/likeonomics-rohit-bhargava/

http://www.frankwatching.com/archive/2011/05/20/de-online-kansen-van-shared-value/