Voor wat hoort wat?

Toen ik nog op school zat, ging ik regelmatig uit. Maar ik had niet zoveel geld. Gelukkig ging ik naar een plek waar uitgaan niet duur was. Mijn buurjongens kwamen er ook en zij gaven regelmatig rondjes. Daar kon ik niet aan meedoen, omdat ik dat niet kon betalen. Toch kreeg ik drankjes van ze. Als ik protesteerde omdat ik me bezwaard voelden, zei een van hen: “Weet je, nu betalen wij jouw drankjes en op de dag dat jij meer geld hebt, doe jij dat weer voor iemand anders.” Dat vond ik een mooie gedachte en vanaf dat moment nam ik makkelijker aan. Toen ik meer geld had, betaalde ik inderdaad vaker voor mensen die zelf minder geld hadden.

Pay it forward

In feite introduceerde mijn buurjongen het Pay-it-forward-principe. Er wordt momenteel veel gesproken en geschreven over reciprociteitprincipes. He asynchrone reciprociteitprincipe bijvoorbeeld en over de pay-it-forward-principe stond onlangs een uitgebreid blog op de Huffington Post. Het zijn prachtige principes en ik ben er helemaal voor. Ik pas ze ook regelmatig toe omdat ik erin geloof. Zeker bij mensen die zeggen er ook in te geloven en er naar te handelen.

Maar toch gaat het ook wel eens mis. Vanmorgen had ik er een gesprek met iemand over en dat gaf me een aantal inzichten die ik graag wil delen. Ik vertelde dat ik een keer in de situatie was waarin ik samen met iemand een klus kon doen, maar dat hij op dat moment zo in financiële nood zat, dat ik hem de hele klus gunde. Hij kwam er met dank aan deze klus financieel weer helemaal bovenop. Toen ik het financieel moeilijk had en een weer binnen wilde komen bij de klant die ik geworven had, bleven de deuren dicht. Het reciprociteitsprincipe werd niet gehandhaafd en ik kreeg ook niet de indruk dat er asynchrone reciprociteit werd toegepast, nog pay it forward. Sterker nog, toen ik de persoon erop aansprak, kreeg ik bij wijze van spreke nog “klappen” toe ook…

Systemisch principe

Toen realiseerde ik me ineens dat reciprociteit een systemisch principe is. Tijdens een opstellingendag was er ooit een situatie waarin de ene partner wegliep bij de andere omdat de ander teveel gegeven had. Niet de gever liep weg, maar de ontvanger. Waarom? Omdat we niet met schuld om kunnen gaan. Geven voelt goed, maar krijgen en zeker teveel krijgen, is moeilijk. Als iemand een ander teveel verschuldigd is, ontstaat daar nog wel eens agressie. Als de gevende partij slecht kan ontvangen, ontstaat er bijna altijd een breuk. Overigens denk ik dat het daarbij niet alleen om schuld gaat, maar ook om afwijzing. Want als je continu niet aanneemt, zeg je eigenlijk dat wat een ander jou te bieden heeft niet goed genoeg is. Wat de ander vaak vertaalt, naar “Ik ben niet goed genoeg” en dus als afwijzing ziet wat vaak weer lijdt tot een een afwijzing van de gever, die zich dan dubbel gepakt voelt.

Vertrouwen

Reciprociteit draait volgens mij dus om balans. Om principes als asynchronische reciprociteit en pay it forward te laten werken, moet je die balans dus op een grotere schaal zien en niet te veel nadenken over schuld of tekort of deze zien als tijdelijk en niet per direct bij dezelfde persoon in te lossen. Dat vraag om vertrouwen en vaak dus om geduld. Zoals in het blog van de Huffington Post al werd aangehaald, dat zijn zaken die er met de komst van geld een beetje zijn uitgeramd. Ik zie om me heen veel mensen worstelen met theorie (ideologie) en praktijk. Zelf worstel ik er dus ook mee. Vooral de momenten waarop je zelf het gevoel hebt dat je veel meer gegeven hebt dan ontvangen en dat mensen onzorgvuldig met je om zijn gesprongen, zijn soms zwaar. Enerzijds is dat een les om beter voor jezelf te zorgen. Maar anderzijds ook een uitnodiging voor een langere adem en er op te vertrouwen dat de balans altijd hersteld zal worden, als je het systeem de kans geeft zijn werk te doen.

Wanneer ik kijk naar bovengenoemd voorbeeld, dan heeft het systeem voor mij uiteindelijk gewerkt. Want op het moment dat de bodem van mijn schatkist zichtbaar was, kreeg ik via via een grote klus. Het geeft mij veel vertrouwen en daarmee kan ik gelukkig vrijgevig in de wereld blijven staan. En bij die vrijgevigheid hoort dus ook de kunst van het ontvangen.

Hoe ga jij om met reciprociteit? Geloof je in wij-principes, of blijft het altijd ik-jij?

 

Reactie (2)

  • Jasper Jobse| 22 juli 2011

    Hoi Anne-Kee,

    Leuk dat je je aan deze gedachtensprongen durft te wagen.

    Je vroeg me via twitter te reageren op je stuk. Dat doe ik, en daarmee geef ik jou iets. Nu te veronderstellen dat ik dan dus geef maar niet krijg, klopt niet. Ik vind het leuk om te reageren. Het is mijn eigenste eigen beslissing dat te doen. Ik krijg daar plezier door en het scherpt mijn kijk op de balans van geven en nemen. Dus ik geef, jij ontvangt en de balans is al in evenwicht.

    De problemen die je beschrijft beginnen pas als je gaat geven als je eigenlijk niet wilt, of als je geeft aan iemand die het niet wil aannemen, en je doet het toch en diegene neemt het toch aan.

    1. Als je tegen je wil geeft dan pleeg je verraad aan jezelf. Geef je dan toch en krijg je niet terug dan ben je nijdig. Ook al ben je nog zo’n ‘zen mens’, dat maakt ons allemaal boos. Kijk maar naar kleine kinderen die hun zin niet krijgen.
    Soms slikken mensen hun boosheid in, maar hij blijft tot ie gevoeld wordt in zijn volle omvang. Als je goed kijkt kun je de boosheid bij sommige mensen zien in de ogen en rond de mond.

    2. Als iemand tegen zijn wil aanneemt dan wordt hij/zij vanbinnen ook boos. Omdat wij mensen graag autonoom willen zijn (en dat is iets anders dan onafhankelijkheid). We willen zelf besluiten tot geven en nemen, en tot verbinden en verbreken. We willen als het ware altijd bewijzen dat we volwassen zijn en geen kind meer.

    Heb je dan ook nog gegeven aan iemand zonder dat hij/zij daar om vroeg (omdat jij dat goed achtte) dan heb je jezelf een zekere autoriteit aangemeten. Je hebt je als een vader of moeder voor die persoon gedragen. Je bent uit de gelijkwaardigheid gestapt en je hebt besloten dat jij beter weet wat goed is op dat moment dan de ander. Dan doen we allemaal regelmatig en in het klein is dat prima.

    Die bewegingen van geven en nemen, en groot maken, en klein maken doen ons allemaal voelen dat we ooit klein waren en onze ouders de grote. Die bewegingen doen ons allemaal voelen dat we dingen gemist hebben bij onze ouders, en die pijn mijden we liever. Door te vertrekken en nooit meer iets terug te geven of door boos te worden.

    In december start ik, met Eric de Waard, met het geven van een 6-daagse training over systemisch kijken. In onze training besteden we een hele dag aan de balans tussen geven en nemen, en gaan we op verschillende manieren zien en voelen wat er dan gebeurd. Hier vind je er wat info over http://www.jerphaas.nl/basistraining-systemisch-werk-en-opstellingen.php

    Het lijkt me leuk je de training te mogen geven 😉

    Fijne dag!

    groet, Jasper

  • bart| 22 juli 2011

    Ik denk dat er twee soorten geven bestaan. De ene is werkelijk belangeloos, en iets waar je niets voor terug wilt. (geeft ook wel rust en ruimte vind ik) en het andere geven zie ik meer als brandstof voor een (intieme) relatie. Verder denk ik zodra het geven en ontvangen een (negatieve) rol speelt in welke relatie dan ook, dan is dat voor mij wel een signaal wat vaak verwijst naar onvervulde behoeftes. Bij mij of de ander.

  • Geef een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *