De opstandige ridders; verandersprookje

Koning Berend draaide zich om en liep de ridderzaal uit. Zijn ridders lieten zich nog even achterover zakken om het nieuws te laten bezinken. Al jaren waren ze trouwe dienaars van de koning. Ze hadden hem altijd geholpen met het verdedigen van de landsgrenzen en het vullen van de schatkist. Ze hadden niet gedacht dat ze ooit iets anders zouden gaan doen.“Het is een schande”, riep de oudste van het stel. “Mijn beste jaren heb ik hem gegeven!” “Alles waar we ooit voor stonden en voor gevochten hebben, zomaar van tafel. Hij is gek geworden”, sprak de kleinste van het stel. En zo mopperde het hele stel nog even door.

De koning zat intussen met pijn in zijn buik op zijn bed. Hij wist dat wat hij deed goed was, maar hij vond het wel heel pijnlijk. Zijn trouwe dienaars hadden altijd aan zijn zijde gestaan. Maar hij had geen keuze, verandering houd je niet tegen en deze zeker niet. Het koninkrijk van Koning Berend ging nieuwe tijden tegemoet. Zijn dochter ging trouwen met de zoon van de koning van het aangrenzende koninkrijk. Daarmee vervielen alle directe vijanden. Want alle landen om hen heen werden geregeerd door broers van zijn aanstaande schoonzoon. En die broers waren heel dik met elkaar. Ze hadden besloten om een groot koninkrijk van alle landen te maken en Koning Berend had zich daarbij aangesloten. Ieder bleef baas over eigen gebied, maar de rest had gezamenlijk vetorecht over de andere gebieden. Ridders waren nu niet meer nodig om de landsgrenzen te verdedigen. Koning Berend en de andere koningen hadden samen een nieuwe strategie bedacht voor de ridders. Deze kregen een meer dienende rol. Ze moesten voortaan service verlenen aan de onderdanen en helpen met het land tot bloei te brengen. Daar moesten de ridders wel even van slikken. Ze warengewend om stoer te zijn en vrees af te dwingen en nu moesten ze ineens gaan helpen? Waren ze dan nog wel ridders? Werden ze dan nog wel voor vol aangezien? Zouden de jonk vrouwen hen dan nog wel aantrekkelijk vinden? Zouden ze nog net zoveel kunnen blijven verdienen? Het waren allemaal gedachten die door hun hoofd speelden. En eigenlijk waren ze niet zo optimistisch over het antwoord, dus besloten ze in opstand te komen en de boel te saboteren. Ze zagen daartoe maar één oplossing en dat was de aanstaande echtgenoot van de prinses te vermoorden. Dan zou tenminste alles weer bij het oude blijven.

Het leek een goed plan. Alle ridders waren het ermee eens. Op een na. Hij vond de hele verandering wel een mooie aanleiding om eens wat anders te gaan doen. Het doden had hij altijd al een minder onderdeel van zijn takenpakket gevonden en zo’n brute moord ging hemecht veel te ver. In het holst van de nacht pakte hij zijn spullen en reisde zo snel mogelijk zover mogelijk van de hoofdstad vandaan. Hij ging zelfs de voormalige grens over. Totdat hij bij de zee aankwam. Toen wist hij wat hij wilde. Hij wilde het water over. Hij zocht een haven en monsterde daar aan bij een groot schip. Het zeilen bleek hem in het bloed te zitten en na dit eerste schip volgden er nog velen.

De overige ridders hielden voet bij stuk en voerden hun plan uit. Toen op een dag de prins het koninkrijk binnenkwam om de prinses op te halen, lokten ze hem in een hinderlaag en vermoordden hem. De prinses was ontroostbaar, ze had erg uitgekeken naar haar leven met de prins. Zijn broers waren naast ontroostbaar ook woedend. De koning voelde zich verraden en heftig gekwetst. Hij had het goed voorgehad met zijn onderdanen en dit voelde echt als een dolksteek in zijn rug. Zo wilde hij niet regeren en hij deed onmiddellijk afstand van zijn troon. Zijn dochter was troonopvolgster, maar ook zij zag de troon helemaal niet zitten. Ze was emotioneel nog helemaal niet klaar om te regeren en gaf daarom de troon aan de broers van haar geliefde.

Daar hadden de ridders niet op gerekend. Ze hadden gehoopt dat alles bij het oude zou blijven. Maar de broers stuurden de ridders naar de ruigste uithoek van het land als strafvoor hun daad. Daar was het leven hard en had de bevolking veel hulp nodig. Het was voorde ridders een zwaar leven. Ze moesten veel fysieke arbeid verrichten en hadden niet veel te eten. Maar uiteindelijk begonnen ze zich zelfs in dit woeste deel van het land thuis te voelen.

Ze voelden zich er echte mannen, stoer en één met de elementen. Lange tijd had de bevolking ze argwanend bekeken. Maar het waren harde werkers en toen ze zich eenmaal hadden verzoend met hun lot, werden ze steeds hulpvaardiger. Zo kregen ze langzaam aan steeds meer aanzien in het dorp en konden ze uiteindelijk settelen met de nog beschikbare dochters uit het dorp. Het voormalig koninkrijk van Koning Berend veranderde ondertussen in rap tempo. Er werden veel nieuwe ridders geworven en die kregen een flexibele functieomschrijving. De nieuwe koning luisterde goed naar zijn onderdanen en zette de ridders waar nodig in. Daar werden mensen heel vrolijk van. En omdat ze een goed humeur hadden, spraken ze elkaar steeds vaker aan en vierden ze soms zelfs feest op straat. Dat bracht de mensen dichter bij elkaar en ze begonnen ook steeds meer samen te werken.

Uiteindelijk was dus niets bij het oude gebleven, maar niemand had daar eigenlijk problemen mee. Ze waren een stuk gelukkiger geworden, ook al dachten ze nog wel eens terug aan hun oude koning en hun dochter. Wat hadden ze het leuk gevonden als die dit nog mee hadden kunnen maken. Ze vroegen zich wel eens af hoe het nu toch met ze zou zijn, maar niemand hoorde ooit nog van ze. De oude koning en zijn dochter waren naar een van de buurlanden gereisd waar ze een anoniem leven leidden. Uiteindelijk konden zich over hun grote verdriet heen zetten. De prinses zorgde in eerste instantie goed voor haar vader en toen bleek dat ze heel goed taarten kon bakken. Daar wilde ze wel haar werk van maken en daarom trouwde ze met een bakker. Maar niet voordat ze voor haar vader een aantrekkelijke weduwe had gevonden. Ze wilde hem niet alleen achter laten. En zo leefde iedereen uiteindelijk nog lang en gelukkig.